Waterloopbos in de Noordoostpolder was van 1954-1996 het werkterrein van Waterloopkundig Laboratorium De Voorst. In deze waterrijke omgeving werden havens, rivieren en kusten nagebouwd. Op een wetenschappelijke manier werd hier onderzoek gedaan naar het gedrag van water. De opkomst van de computer zorgde ervoor dat het nabouwen van schaalmodellen niet langer nodig was. Het onderzoek op deze wijze stopte. Na 1996 werd het Waterloopbos overgenomen door de natuur en begonnen mossen en andere planten de modellen stilaan te overwoekeren.

‘Onwetend over het verleden ben ik in het Waterloopbos op zoek naar sporen van menselijke aanwezigheid. Ik zoek hier naar taal. Welk verhaal vertelt het Waterloopbos mij? Wat het verhaal nu echter wel al duidelijk maakt, is dat de natuur de uiteindelijke winnaar is en dat de mens is verdwenen. Als persoon zie ik echter in verval de schoonheid en kracht van de natuur; elementen die ik ook graag waarneem in kunst en muziek. Het actuele verhaal van het bos is een wereld in de toekomst, waarin er – wanneer er geen actie ondernomen wordt – van een menselijke beschaving alleen nog sporen zijn. Het bos laat tegelijkertijd zien tot welke grote dingen de mensheid in staat is als de mens zijn verantwoordelijkheid neemt voor zijn omgeving. De natuur en de aarde zijn niet te vernietigen, de mensheid wel.’

In collages van foto’s van het Waterloopbos zoekt Peter Slager naar lettervormen. De collages laten in hun structuur en ritme ook ambient- en noisemuziek doorklinken. Het onderzoek moet gaan uitwijzen of er ook zoiets bestaat als het Waterloopboslettertype, waarmee dit verhaal verteld kan worden.

‘Je ziet het gebeuren in het Waterloopbos: bouwwerken worden door de natuur weer tot chaos gereduceerd. De orde in de natuurkunde is chaos – en tegelijkertijd zit er in die chaos ook orde. Ik hou ervan. Ik zie schoonheid in destructie. Ik geniet van de ruis die het uitzendt. Hier vind ik mijn verhaal. Ik zie taal in de overblijfselen van menselijke activiteit in het bos. In de ruïnes ontstaan lettertekens. Ik zie het letterlijk. Voor mij ligt het hele Waterloopbos vol met letterlijken.’

Werk op de expo: Brouwershavense gat/Pentagoot

‘Ik voelde licht de paniek toeslaan en nam het besluit om de berichtgeving omtrent het coronavirus niet zo obsessief meer te volgen. Luisterend naar muziek van de Italiaanse componist Giulio Aldinucci onderging ik een bijna religieuze ervaring. Voorlopig wil ik mij dus vooral laten aanraken door schoonheid. Deze muziek laat je al het gevoel voor tijd kwijtraken en nodigt uit tot bezinning.

Stalker, een film van Andrej Tarkovski uit 1979, brengt hetzelfde gevoel. In de film zijn groene landschappen, vervallen industriële complexen, modder en mist te zien. Ook hoor je constant geluid van druppelend en stromend water. Bewegingen lijken met vertraging te verlopen, maar dat heb je niet door. Tijdens het kijken naar deze film verlies je al je gevoel voor tijd. Ik ken geen film die je beter dat gevoel geeft dan Stalker.

Datzelfde gevoel kreeg ik toen ik door de modellen Brouwershavense Gat en Pentagoot liep. Het model Pentagoot ligt in water en wordt overwoekerd door planten en bomen. De scheidslijnen tussen water en land zijn diffuus. Bomen groeien zowel op land als in het water. Datzelfde water is aan de ene kant, van een gemetselde muur die net boven het wateroppervlak steekt, geheel bedekt met groen mos, en aan de andere kant helderblauw. De nog aanwezige sporen van de menselijke bouwwerken die overwoekerd worden door de natuur, gaven mij het gevoel buiten tijd en ruimte te staan. In de collage heb ik geprobeerd de scheidslijnen tussen water, land en lucht zo veel mogelijk in elkaar over te laten gaan.’ 

Bekijk nog andere collages:

Een overzicht van werk

Het is een herfstige dag en al namiddag. Het licht schijnt subtiel tussen de bomen door. De opstelling Turkse Havens roept in mij het gevoel van intimiteit op. Mijn aanwezigheid wordt enkel verraden in de reflectie van het water bij het nabijgelegen sluisje. In het bos zie je de sporen van vergankelijkheid (sluisje), maar is er ook de sfeer van tijdloosheid (moerasachtig vennetje tussen de bomen). In de collage Turkse Havens heb ik om die redenen de letters THt (Turkse Havens , tenminste houdbaar tot) verwerkt. De bouwkundige structuren tonen de houdbaarheid in de tijdloze ruimte van het vennetje in het bos. Muziekstuk New space Music van Brian Eno gaat over ook tijd en ruimte. Het muziekstuk is als een lijnstuk dat onderdeel is van een oneindige (wiskundige) lijn. Deze ervarig riep de Turkse havens opstelling bij mij op. Daar zijn en je tegelijktijdig onderdeel weten van een groter geheel.

Bekijk collage Turkse Havens:

Een overzicht van werk

Rond 2002 leerde ik Madeleine Gimpel kennen. Ze was werkzaam bij uitgeverij Kok, destijds nog gevestigd in Kampen, en in die hoedanigheid kreeg ik met haar te maken. Ze begeleidde als redacteur projecten waar ik als grafisch ontwerper bij betrokken werd. We zijn altijd met elkaar blijven werken, ook toen ze als freelancer aan de slag ging. Dat was fijn en we voerden vaak lange telefoongesprekken. Naast uitgeverij Kok kwamen er nog een aantal uitgeverijen op ons pad.

Begin 2020 werd Madeleine ernstig ziek. Ze onderging zware medische behandelingen die niet aansloegen, waarna al snel bekend werd dat hiermee verdergaan zinloos zou zijn. Ze was uitbehandeld.
Madeleine benaderde mij met de vraag of ik een dichtbundel voor haar wilde ontwerpen. Ze had bij elk jaar van haar leven een gedicht uitgezocht. Een wens van haar was om lettertypes die ik zelf heb ontworpen in de bundel toe te passen. Het binnenwerk is gezet in het lettertype Lasso. Op het omslag gebruik ik letters uit het project ‘letters in het Waterloopbos’. De afzonderlijke tekens ontstaan uit collages die ik maak uit foto’s van het Waterloopbos in Marknesse. Tijdens het ontwerpen van het omslag ontbrak nog de letter D. Speciaal daarvoor maakte ik een collage voor de letter D. Deze collage heeft als titel: Voor Madeleine.
Deze speciale opdracht ontroert mij tot op de dag van vandaag. Het is een van de meest bijzondere klussen die ik in mijn leven heb mogen uitvoeren.

Madeleine overleed 20 oktober 2020. De bundel is verspreid in haar eigen kring, ‘onder mensen die (soms even) dichtbij voelden’.

Voor Madeleine

Helemaal achterin het bos, tegen de rand, waar het overgaat in akkerland, ligt het model G11/geheim onderzoek. Als je tussen bomen door loopt, doemt er iets voor je op dat lijkt op het karkas van een prehistorisch dier. Het is in elkaar gezakt en lijkt half verdraaid. Als je beter kijkt, blijkt het een treinstel dat over een rails gelopen heeft. Ik zie veel staal en constructie.
In de collage heb ik die constructie toegepast over het hele oppervlak, van rand tot rand. Letters gaan hierbij op in het totaal. Omdat het een geheim onderzoek was, heb ik de letters gespiegeld en gekanteld en voor het Engelse woord SECRET gekozen.

Bekijk collage G11/geheim onderzoek:

Een overzicht van werk

Ik werd aangenaam verrast door de lettervormen die ontstonden nadat ik ze geïsoleerd had uit verschillende collages: IJmuiden, Maasvlaktecentrale, Brouwershavense Gat/Pentagoot. Ondanks de diversiteit werken ze toch goed samen in een woordbeeld. Ook leuk om te zien dat bij de collage Maasvlaktecentrale, waarbij ik gekozen heb deze te benaderen als een archeologische opgraving, de lettervormen eruitzien alsof ze gereconstrueerd zijn uit allerlei kleine, versplinterde scherfdeeltjes.

Het commentaar op mijn collages van Wouter Berns, een bevriend kunstenaar, is: ‘Waar is de kijkrichting?’
Hij refereert aan de fotocollages van kunstenaar David Hockney – we zijn beiden liefhebbers van zijn werk – die wel met perspectief experimenteert en daarmee kijkrichting aanbrengt in zijn werk. Er is echter een ander aspect in die collages dat mij triggert. Hockney zegt daarover het volgende: ‘Als je met je ogen een omgeving in je opneemt, bewegen die constant heen en weer. Een enkele fotoafbeelding is dan te statisch. Een collage van meerdere foto’s doet meer recht aan het kijken. Je wordt dan vanzelf aangezet om met je ogen het werk af te tasten.’ 
Bij de collages die ik maak gebeurt hetzelfde. Waar Hockney nog wel het perspectief als maatstaf neemt, laat ik dat bewust los. Ik zoek meer naar een ritmisch patroon dat overeenkomsten vertoont met ambientmuziek waar ik graag naar luister. De composities ogen daarom nerveus. Ik wil dat de toeschouwers gaan dwalen, zoeken, bewegen in het beeld en zo langzamerhand houvast in de compositie krijgen omdat ze elementen gaan herkennen.
Tijdens mijn kunstacademietijd heb ik ook een collage gemaakt van foto’s van een auto-interieur. Deze heb ik bewerkt met bleekwater, vandaar de roodgele gloed en de witte uitgebeten vlekken. In deze collage hield ik mij nog wel in enige mate vast aan perspectief en daarin vind je wel de kijkrichting waar Wouter Berns het over heeft.

Auto-interieur

Bekijk de collages:

Een overzicht van werk

Je ziet het gebeuren in het Waterloopbos: bouwwerken worden door de natuur weer tot chaos gereduceerd. De orde in de natuurkunde is chaos – en tegelijkertijd zit er in die chaos ook orde. Ik hou ervan. Ik zie schoonheid in destructie. Ik geniet van de ruis die het uitzendt. Hier vind ik mijn verhaal. Ik zie taal in de overblijfselen van menselijke activiteit in het bos. In de ruïnes ontstaan lettertekens. Ik zie het letterlijk. Voor mij ligt het hele Waterloopbos vol met letterlijken.

Bekijk de collages:

Een overzicht van werk

In de modelstructuren die in het bos liggen zoek ik in de collages naar lettervormen. Het belangrijkste is of ik in de structuren letters kan vinden die naast elkaar gezet een eenheid – een lettertype – kunnen gaan vormen. Aan de collages op zich stel ik verder de eis dat ze afzonderlijk van elkaar ook toonbaar zijn. Ik wil dat de letters zich in de composities niet al te gemakkelijk prijsgeven. Het beeld is spannender en interessanter als ze door de beschouwer bij toeval ontdekt gaan worden.

Bekijk de collages:

Een overzicht van werk

Zone is de naam van de omgeving waar Stalker, een film van Andrej Tarkovski, zich afspeelt. Dit woord gebruik ik in de Pentagoot-collage. Als grafisch ontwerper ben ik onder de indruk van het werk van Piet Mondriaan. Ik vind het fascinerend dat zijn werk naarmate zijn leeftijd vordert steeds muzikaler wordt. Het schilderij Victory Boogie Woogie (1942–1944) ademt jazz uit. Een andere schilder die ik waardeer is Jackson Pollock. Hij wordt gerekend tot de abstract expressionisten. Gedreven vanuit innerlijke drang slingerde hij verf op het doek, zodat er een nerveus ritme ontstond.
In mijn collages vind je de geest van beide kunstenaars terug.
De vorm van de collage is de ruit van Victory Boogie Woogie, een ode aan Mondriaan. Met de klok mee is ZONE te lezen. Deze collage gaat ook over Stalker. In deze film verlies je al het gevoel voor richting en tijd.
De letters kun je bij kantelen ook lezen als Noord, Oost, Zuid, West, zoals bij een kompas.

Bekijk collage Pentagoot:

Een overzicht van werk

Gebruikmakend van de gulden snede is een vlak met behulp van een verticale en een horizontale lijn te verdelen in vier gedeelten. In de schilderkunst is dit vaak toegepast. Wanneer er drie bepaalde delen met elkaar verbonden worden ontstaat er een L-vorm. In de jaren dat ik als grafisch ontwerper aan het werk ben, heb ik ontdekt dat veel van mijn grafische composities L-vormig zijn opgebouwd en hierdoor evenwichtig worden. De L-vorm is bewegelijk. Bij het schaakspel volgt het paard bij de sprong de lijn van een L en kan zo overal op het schaakbord komen. 
Bij nadere beschouwing ziet de L er echter ook uit als een klein weerhaakje. In de repeterende vorm is er dus niet alleen beweging maar ook stilstand, omdat ze aan elkaar haken. De L-vorm kan een evenwichtige compositie in zich hebben maar ook leiden tot een nerveus ritmisch patroon. Deze collageachtige-structuur is ook terug te vinden in ambient- en noise-muziek. Om deze reden vindt lang niet iedereen deze vorm van muziek aangenaam. De collages die ik maak van het Waterloopbos bekoren misschien ook niet op het eerste gezicht, omdat ze volgens hetzelfde nerveuze patroon zijn opgebouwd.

Bekijk de collages:

Een overzicht van werk

Ik voelde licht de paniek toeslaan en nam het besluit om de berichtgeving omtrent het coronavirus niet zo obsessief meer te volgen. Luisterend naar muziek van de Italiaanse componist Giulio Aldinucci onderging ik een bijna religieuze ervaring. Voorlopig wil ik mij dus vooral laten aanraken door schoonheid. Deze muziek laat je al het gevoel voor tijd kwijtraken en nodigt uit tot bezinning.

Stalker, een film van Andrej Tarkovski uit 1979, brengt hetzelfde gevoel. In de film zijn groene landschappen, vervallen industriële complexen, modder en mist te zien. Ook hoor je constant geluid van druppelend en stromend water. Bewegingen lijken met vertraging te verlopen, maar dat heb je niet door. Tijdens het kijken naar deze film verlies je al je gevoel voor tijd. Ik ken geen film die je beter dat gevoel geeft dan Stalker.

Datzelfde gevoel kreeg ik toen ik door de modellen Brouwershavense Gat en Pentagoot liep. Het model Pentagoot ligt in water en wordt overwoekerd door planten en bomen. De scheidslijnen tussen water en land zijn diffuus. Bomen groeien zowel op land als in het water. Datzelfde water is aan de ene kant, van een gemetselde muur die net boven het wateroppervlak steekt, geheel bedekt met groen mos, en aan de andere kant helderblauw. De nog aanwezige sporen van de menselijke bouwwerken die overwoekerd worden door de natuur, gaven mij het gevoel buiten tijd en ruimte te staan. In de collage heb ik geprobeerd de scheidslijnen tussen water, land en lucht zo veel mogelijk in elkaar over te laten gaan. 

Bekijk collage Brouwershavense Gat Pentagoot:

Een overzicht van werk

Het schaalmodel van de Maasvlaktecentrale oogt bij een eerste aanblik als een verloren nederzetting uit het verleden. Je verwacht er dan ook de aanwezigheid van een team archeologen die druk in de weer zijn met kwastjes en andere gereedschappen. Ik heb hier veel detailopnames gemaakt en heb in de collage geprobeerd het gevoel van een archeologische afgraving weer te geven. Bij de composities – uiteindelijk zijn het er drie – heb ik het grondplan als uitgangspunt genomen. In het model zijn de waterstromen duidelijk zichtbaar, wat ik ook in de composities heb verwerkt. In de eerste compositie ben ik iets anders te werk gegaan dan bij de IJmuidencollage en heb ik ervoor gekozen om de afbeeldingen tegen elkaar aan te zetten, zonder overlappingen. Het leverde uiteindelijk een mooi beeld op, maar het ontbrak voor mij aan de muzikale structuur. Dat bracht mij zover om een tweede compositie te maken, waarin ik het grondplan met de waterstromen verwerkte. Hier maakte ik wel weer gebruik van de overlappingen. In de derde compositie heb ik het geheel weer in elkaar geschoven tot één beeld.

Bekijk collages Maasvlakte:

Een overzicht van werk

Grafisch ontwerpen is ontstaan vanuit de kunst. El Lissitzky, een Russische kunstenaar van het begin van de twintigste eeuw, ontwikkelde vanuit het suprematisme  (een vorm van abstracte kunst) een grafische ontwerpstijl. Hij had daarbij direct invloed op kunstenaars van Bauhaus en de Stijl. Vanuit deze stromingen ontwikkelde het ontwerpvak zich verder. Grafisch ontwerp was spannend. Dat vonden de bedrijven die er gebruik van maakten ook. De artistieke capaciteiten van grafisch ontwerpers werden lange tijd gewaardeerd. Maar tijden veranderen – tegenwoordig zien Amazon, BOL en in mijn branche grote uitgeverijen grafisch ontwerpen als een marketinginstrument. Het artistieke element is naar de achtergrond verdwenen. Volgens mij is er daarmee een omgekeerde beweging ten opzichte van het begin van de twintigste eeuw in gang gezet. Waar Jeff Koons en Damien Hirst de trucs van het zakendoen binnen de kunst gehaald hebben om hun werk voor veel geld van de hand te doen, hebben marketingmanagers de grafisch ontwerpers en auteurs bijna buitenspel gezet en zijn ze het zelf geworden. Taal is een product geworden om de bedrijven zo winstgevend mogelijk te maken. Consumenten krijgen ‘herkenbare’ producten voorgeschoteld, waardoor alles op elkaar is gaan lijken. Het geeft ze ‘houvast’ in een snel veranderende wereld.

Mijn observering is: we worden ontkend. Ik zie hierin de vervlakking van de samenleving. We zijn zogenaamd niet meer in staat om zelf na te denken. Onze keuzes worden vanaf nu bepaald door algoritmes. Taalvernietiging, dat is er volgens mij aan de hand.
Als grafisch ontwerper gebruik ik nu het medium vrije kunst om weer op zoek te gaan naar taal. Dat wil ik doen met mijn Waterloopbos-project. In de ruis die om ons heen gecreëerd wordt, probeer ik structuur aan te brengen. Ik kies er daarbij niet voor om het de kijker alleen maar gemakkelijk te maken; hij mag zijn eigen verbeelding gebruiken en ontdekken hoe waardevol taal is.

 

November 2019. Vooraan in het bos, vanaf de parkeerplaats, loop je aan tegen de restanten van schaalmodel IJmuiden. Met een spiegelreflexcamera begon ik hier te fotograferen. Het uitgangspunt is om zo veel mogelijk lijnen op beeld vast te leggen. Thuisgekomen gebruik ik de foto’s om daar de eerste collage mee te maken. In de overlappingen zoek ik vervolgens naar lettertypes. De lettervormen ontstaan vrij willekeurig, ze vormen uiteindelijk gezamenlijk dan ook geen woord. Een bijkomende toevalligheid is dat alle letters in het woord Waterloopbos voorkomen, behalve de letter F. De F zou wel kunnen staan voor de ambiëntmuzikant Fennesz. Ik luister veel naar zijn cd Agora. Fennesz maakt geluidscollages en maakt hierbij gebruik van een gitaar. De structuur die je terugziet in de collage vertoont overeenkomsten met de muziek van Fennesz. De collage IJmuiden is ook te bekijken als een soundscape. 

Er is een foto van het golfmodel IJmuiden afgebeeld in het boek Het Waterloopbos, verschenen bij uitgeverij Blauwdruk. Hierop is mooi te zien hoe destijds de proefopstelling functioneerde. In de collage van IJmuiden zie je dat een golfbeweging de compositie doorsnijdt. 

Bekijk collage IJmuiden:

Een overzicht van werk