Het commentaar op mijn collages van Wouter Berns, een bevriend kunstenaar, is: ‘Waar is de kijkrichting?’
Hij refereert aan de fotocollages van kunstenaar David Hockney – we zijn beiden liefhebbers van zijn werk – die wel met perspectief experimenteert en daarmee kijkrichting aanbrengt in zijn werk. Er is echter een ander aspect in die collages dat mij triggert. Hockney zegt daarover het volgende: ‘Als je met je ogen een omgeving in je opneemt, bewegen die constant heen en weer. Een enkele fotoafbeelding is dan te statisch. Een collage van meerdere foto’s doet meer recht aan het kijken. Je wordt dan vanzelf aangezet om met je ogen het werk af te tasten.’
Bij de collages die ik maak gebeurt hetzelfde. Waar Hockney nog wel het perspectief als maatstaf neemt, laat ik dat bewust los. Ik zoek meer naar een ritmisch patroon dat overeenkomsten vertoont met ambientmuziek waar ik graag naar luister. De composities ogen daarom nerveus. Ik wil dat de toeschouwers gaan dwalen, zoeken, bewegen in het beeld en zo langzamerhand houvast in de compositie krijgen omdat ze elementen gaan herkennen.
Tijdens mijn kunstacademietijd heb ik ook een collage gemaakt van foto’s van een auto-interieur. Deze heb ik bewerkt met bleekwater, vandaar de roodgele gloed en de witte uitgebeten vlekken. In deze collage hield ik mij nog wel in enige mate vast aan perspectief en daarin vind je wel de kijkrichting waar Wouter Berns het over heeft.

Bekijk de collages:


